Op 20 december 2014 overleed journalist, schrijver en dichter Sitor Situmorang in zijn woonplaats Apeldoorn. Een opmerkelijke persoonlijkheid met een intrigerende geschiedenis.

Frederik Erens en Adrienne Zuiderweg (Stichting Indisch Erfgoed) schreven (met autorisatie van weduwe Barbara Brouwer) een in memoriam.

 

Sitor Situmorang werd in 1923 geboren in Noord-Sumatra in het dorp Harianboho aan het Toba-meer, het gebied van de Batak-volken. De Bataks staan bekend om hun open en directe houding, hun rijke cultuur en hun karakteristieke woningen. Oorspronkelijk deden zij aan voorouderverering en geloofden ze in natuurgeesten.

 

Sri Raja Batak

Alle Bataks moeten hun voorouders in ere houden en allen geloven dat ze afstammen van Sri Raja Batak, de grote Batakkoning. Midden in het Tobameer verrijst op het eiland Samosir de Puksu Buhit of Navelberg, die door alle zes Batakvolken als heilig wordt beschouwd. Dit was het terrein van Sitors jeugd. De periode waarin Sitor Situmorang werd geboren, was een tijd van ingrijpende veranderingen voor de Batakvolken. Duitse missionarissen waren in het gebied actief om de bevolking tot het Christendom te bekeren, een geloof dat door veel Bataks maar aarzelend werd omarmd. De laatste priester-koning Si Singamangaraja XII leidde het verzet tegen de Nederlandse koloniale overheid om het Batakgebied onder direct Nederlands bestuur te brengen. Een expeditie van het KNIL doodde de koning en zijn zonen uiteindelijk in 1907.

 

Leider van de Batak-volken

Een aangetrouwde neef van Si Singamangaraja XII sloot in 1908 een vredesverdrag met het Gouvernement in Batavia. In ruil voor diens loyaliteit mochten Situmorang – de vader van Sitor –  en zijn familie zich leider van de Batak-volken noemen. Toch bleef de koloniale overheid de Bataks scherp in het oog houden; Sitor herinnerde zich van zijn jeugd dat KNIL-eenheden regelmatig door zijn woonplaats paradeerden om het koloniale gezag te onderstrepen. Als zoon van de leider van de Batak volken werd de jonge Sitor in de gelegenheid gesteld om Nederlands onderwijs te volgen aan de Algemene Middelbare School in Batavia. Al vroeg kreeg hij belangstelling voor literatuur en werd zijn schrijftalent opgemerkt. Omdat Sitor zich ergerde dat hij alleen westerse literatuur voorgeschoteld kreeg, vertaalde hij op 15-jarige leeftijd het verhaal over Saïdjah en Adinda uit de Max Havelaar van Multatuli in het Batak.

 

Sitor SitumorangStudententijd

Zoals zoveel van zijn leeftijdsgenoten die hoger onderwijs genoten, raakte Sitor bevlogen door de Indonesische vrijheidsbeweging. Hij deed impliciet afstand van alle voorrechten die hij als erfgenaam van de Batakleider zou hebben genoten, en werkte aan een carrière in de journalistiek. Tijdens de Japanse bezetting was Sitor al op 19-jarige leeftijd hoofdredacteur van de locale Sumatraanse Suara Nasional. In 1947 verhuisde hij naar Medan waar hij schreef voor de Waspada. Hij begroette het uitroepen van de Indonesische republiek en behoorde in Yogyakarta tot de jonge intellectuelen die de naar vrijheid strevende Republik Indonesia op literair terrein vorm gaven. Sitor Situmorang debuteerde met het gedicht ‘Kaliurang’ (1948) in Siasat.

 

Generasi ’45

Samen met Pramudya Antara Toer (1925-2006), Mochtar Lubis (1922-2004) en de jong overleden Chairil Anwar (1922-1949) behoorde Sitor Sitomorang tot de Generasi ’45 literatoren, en in die hoedanigheid wordt hij nog steeds in Indonesië geëerd. Hij was zowel bevriend met president Soekarno (1901-1970) als met de eerste premier van Indonesië Soetan Sjahrir (1909-1966). Via de organisatie Lembaga Kebudayaan Nasional drukte Sitor als voorzitter in de jaren vijftig en zestig zijn stempel op het cultuurdebat in welke richting zich het literaire leven in de nog jonge Republik Indonesia zich zou ontwikkelen. Zo leidde hij Asia Africa Conference te Bandung in 1955 dat in 1958 een vervolg kreeg als Afro-Asian Writer’s Conference in Tashkent in de toenmalige Sovjet Unie. Samen met Pramudya Antanta Toer leidde Sitor Situmorang de Indonesische delegatie. Sitor was verbonden aan het Bureau van het Ministerie van Cultuur of Jawatan Kebudayaan Departemen P&K, hij was docent aan de Akademi Teater Nasional Indonesia (Jakarta), lid van de Nationale Raad of Dewan Nasional (1958), lid van het Voorlopig Raadgevend Volkscongres of Majelis Permusyawaratan Rakyat Sementara (MPRS), vertegenwoordiger van de kunstenaars-leden van de Raad van Advies van Wetenschappen of Badan Pertimbangan Ilmu Pengetahuan (1961-1962) en voorzitter van de Nationale Raad voor Cultuur of Ketua Lembaga Kebudayaan Nasional (1959-1965).

 

Amsterdam

Niettemin was Situmorang’s wereldbeeld veel breder georiënteerd dan het Indonesisch nationalisme. Hij maakte evenveel deel uit van de westerse cultuur. Op uitnodiging van de Stichting voor Culturele Samenwerking was Sitor twee jaar bij STICUSA werkzaam in Amsterdam. Hij ontmoette Nederlandse dichters en begon zelf gedichten te schrijven. Hij vestigde zich vervolgens in Parijs waar hij sterk werd beïnvloed door het Franse existentialisme en symbolisme, dat in zijn gedichten en korte verhalen is terug te vinden. De jaren vijftig en zestig was Sitor politiek zeer bevlogen. In die jaren zagen zijn zes kinderen hem maar weinig. Hij reisde veel; altijd onderweg en altijd op zoek naar nieuwe inspiratie. Nog op zijn 85ste verjaardag zei hij: “Als je hersenen op zoek zijn en je je hoofd niet laat werken, dan houd je op met leven”.

 

Gevangenzetting

Na de val van president Soekarno kwam hij in het vizier van de nieuwe machthebbers. Tussen 1968 en 1 januari 1976 werd hij als aanhanger van Soekarno door het Orde Baru-regime zonder proces gevangen gezet in Salemba (Jakarta) als aanhanger van Soekarno. Zijn kinderen zagen hem toen helemaal niet.

 

Sitor Situmorang (18-5-2014) Foto: Barbara Brouwer

Sitor Situmorang, 18 mei 2014
Foto: Barbara Brouwer

Verhuizingen

Met zijn Nederlandse echtgenote Barbara Brouwer en hun zoon Leonard woonde Sitor in Den Haag (1981-1991). Sitor was parttime verbonden aan de Universiteit van Leiden; Barbara was diplomaat van het Ministerie van Buitenlandse Zaken. In 1991 verhuisde het gezin naar Pakistan ten behoeve van de werkzaamheden van Barbara Brouwer. Vanaf 2002 woonde Sitor met Barbara in Apeldoorn, onderbroken met een verblijf in Jakarta (2009) maar vanaf 2011 definitief in deze Veluwse plaats.

 

Oeuvre

Sitor Situmorang was een erudiet man, en wie hem ontmoette kan het weten: Sitor was in zijn element als hij kennis kon overdragen. Ondertussen werkte hij in Apeldoorn gestaag verder aan zijn literaire oeuvre. Zijn werk is diverse talen verschenen. In Nederland werd hij vooral bekend met zijn verhalenbundel De oude tijger (1996) en de gedichtenbundel Bloem op een rots en (1990). Hij vertaalde werk van E. du Perron en Martinus Nijhoff evenals De zaak van Lebak van Rob Nieuwenhuys (1977) in het Indonesisch als Hikajat Lebak. Ten behoeve van de tentoonstelling ‘Linggadjati, brug naar de toekomst’ vertaalde Sitor Situmorang de tekst op de tentoonstellingspanelen in het Indonesisch ‘Linggarjati, jembatan menjuju masa depan’ (2009). Tijdens het Ubud Writers and Readers Festival (UWRF) op Bali werd Sitor in 2010 vereerd met de eerste ‘Saraswati Literary Lifetime Achievement Award.

 

Jeugdherinneringen

Hoewel hij als erfgenaam van de laatste Batakleider niet meer vaak in de Bataklanden is geweest, betekende dat niet dat het volk van de Bataks uit Sitors hart was verdwenen. Integendeel: zijn gedichten zijn vaak doordrenkt met liefdevolle jeugdherinneringen aan zijn geboorteland. Op latere leeftijd ontplooide Situmorang zich ook als cultureel antropoloog die Toba na Sae schreef, een sociologisch-politiek standaardwerk over de Batakvolken van de 13e tot en met de 20e eeuw. Daarnaast schreef hij Pulo Batu een opera over de Bataks dat in 2009 in zijn aanwezigheid in zijn geboorteland werd opgevoerd. Hij dichtte de ode ‘Harianboho’ voor zijn vader en moeder over geboorteplaats:

 

‘Ik ben er zeker van dat ik altijd / de weg naar jou zal terugvinden, / de kustweg naar huis / die afbuigt naar het dal/ aan de oever van het meer.’

‘Ku yakin menemukan jalan selalu / kembali padamu, / jalan pulang ke lembang landai / di tepi danau / sepanjang pantai.’

 

Overlijden

Sitor Situmorang, cultureel icoon van de Batakvolken, Indonesisch schrijver en wereldburger is op 21 december 2014 op 91-jarige leeftijd heengegaan. Hij laat Indonesië en ons in Nederland een rijk literair oeuvre na: dichtbundels, verhalen- en essaybundels, verhandelingen en een opera. Bij aankomst in Indonesië zal hij worden geëerd en zijn stoffelijk overschot worden overgebracht naar zijn geboorteplaats. Hij zal dan per boot over het Tobameer worden overgezet naar  de heilige berg Puksu Buhit, waar hij in zijn geboortegrond bij zijn voorouders de eeuwige rust zal vinden. Over deze geboortegrond dichtte hij waarover hij in ‘Het Dal (Oerafstamming’ of ‘Lembah (Silsilah‘ dichtte:

 

‘Dit is de plek van mijn geboorte. Plek van mijn graf – wellicht. / Het nog ongeborene. Oeroude vallei, / een handbreed paadje tussen de rotskloven. /Hemel, bergen, genealogie van de stam.’

‘Inilah tempatku lahir. Tempatku berkubur – barangkali. / Hayat dalam kandungan. Lembah purba, / jalan setapak di celah batubatu. / Langit, gunung, silsilah kaum.’

 

 

Aanzet tot een bibliografie van Sitor Stiumorang
Sitor Situmorang: MenimbangGedichtenbundels
Surat Kertas Hijau (1953)
Dalam Sajak (1954)
Wajah Tak Bernama (1955)
Zaman Baru (1962)
Dinding Waktu (1977)
Peta Perjalanan (1977; bekroond met de Jakarta Arts Council
The Rites of the Bali Aga (1977)
Angin Danau 1982
(De) Ogen van de dag –  vert. van Driss Sesindo Mata hari mata hari (1988)
Bunga di Atas Batu: Si Anak Hilang (1989)
Rindu Kelana 1993 –  To Love, To Wander vert. John McGlynn (1996)
Paris la nuit (2000)
Lembah KekalEeuwige vallei vert. Kees Snoek (2004)
Biksu Tak Berjubah (2004)
Si Anak Hilang (2005)

 

Verhalenbundels
Pertempuran dan Salju di Paris (1956) – bekroond met de Hadiah Sastra Nasional BMKN
Pangeran (1963)
Danau Toba (1981)

 

Overig werk
Jalan Mutiara (1954) (toneelstukken)
Sastra Revolusioner  (1965) (essaybundel)
Sitor Situmorang Sastrawan 45, Penyair Danau Toba (1981) (autobiografie)
Toba na Sae (1993) (lokale geschiedenis)
Guru Somalaing dan Modigliani Utusan Raja Rom, (1993) (lokale geschiedenis)
Betlehem (1954) (vert. gedicht Martinus Nijhoff)’
‘Multatuli en de Indonesische cultuur. Een terugblik op zijn Sumatraanse periode’. In: Tijdschrift ‘Over Multaluli’ nr 24, 1990, p. 3-15.

 

Geraadpleegde bronnen
Willy van Rooijen, ‘De Navelberg, wieg van het Batakvolk. Mythen en legenden rond het Tobameer.’ In: East Down Under , winter 2014, p. 50-53.
Sitor Situmorang, Lembah Kekal. Eeuwige vallei (2004); vert. Kees Snoek, ‘Het Dal (Oerafstamming’ of ‘Lembah (Silsilah’ p.246 en 247 en ‘Harianboho’ p. 150 en 151.
http://www.thejakartapost.com/news/2009/10/26/sitor-situmorang-always-a-wanderer.html
http://www.degeus.nl/berichten/bericht/2014/12/indonesische-dichter-sitor-situmorang-op-negentigjarige-leeftijd-overleden.html
http://id.wikipedia.org/wiki/Sitor_Situmorang
http://apakabarsidimpuan.com/2014/12/sitor-situmorang/

 

Eveneens
Sitor Situmorang. Dossiers Geschiedenis. Deel 1 (3 oktober 2004) een deel 2 (10 oktober 2004) –  http://www.npogeschiedenis.nl/dossiers/Situmorang-Sitor-1924.html
Rindu Kelana The Need to Wander), korte documentaire van by Ed Pesta Sirait (2004) — https://www.youtube.com/watch?v=rWZ8zuUtrFU
Van Indië tot Indonesië, documentaire van John Albert Jansen (2009) – http://www.oogland.com/index.php?id=4&project=20
Uitreiking van de eerste Saraswati Literary Lifetime Achievement Award tijdens het Ubud Writers and Readers Festival (UWRF) (2010) – https://www.youtube.com/watch?v=ElUp84y-qOU

 


 

Indisch koken (KIEN)
Stichting Erfgoedplatform Apeldoorn
Social media
Facebook
Twitter
LinkedIn